Skip to main content

Anir

De naam van het grootste continent, bestaande uit een westelijk en een (groter) oostelijk deel. In het noorden van West-Anir, waar een gematigd klimaat heerst, ligt een gebied met wouden, de Lindran geheten; deze wouden zijn uitgestrekt en omvatten meerdere landen: Len, Yarnim, Lluwin en het oostelijk deel van Kedroz (het Land van de Bruine Horden). Het zuidelijk deel van het continent omvat landen als Soden, Cirmo, en het Rijk van de Zin dat zich uitstrekt tot de noordelijke zee, waar het land in tweeën wordt gedeeld door de delta van de Salwen. Grote gebieden ten westen van de Salwen worden door de Zin als eigen terrein beschouwd. Het mineraalrijke Horm aan de Noordzee is zelfs een regelrechte vazalstaat vaan de Zîn. Ten zuiden van het Zin-rijk ligt op een hoogvlakte het kleinere land Dir, vroeger een vorstendom en ten tijde van Lyss een republiek. Dit wordt ook het “Land van de Tienduizend” genoemd naar haar befaamde en onverslaanbaar geachte ruiterij; de lichtgekleurde en fraai gebouwde hoofdstad heet Diriam. Helemaal aan de zuidkant ligt het staatje Seithe.

Van zuid naar noord stroomt de Anirada door het continent; deze rivier wordt door de volken in het noorden de Yarn genoemd. Het is weliswaar de langste rivier van het continent, maar niet de waterrijkste, want dat is de Salwen. In haar mondingsgebied is in de loop van de tijd een delta gevormd, die een enorm gebied beslaat. De staat Len zou er in passen.

Asthodar

Deze grote havenstad ligt in het oosten op de grens van Oost en West Anir. Asthodar is een stadstaat die leeft van de handel; men bekommert zich niet om eigen landbouw of veeteelt: alles wat men nodig heeft, wordt verdiend door handel te drijven, zowel met landen in West als in Oost-Anir. Evenals Zinthan is de stad robuust van bouw, maar de bouwstijl is anders door het gebruik van baksteen: dat zorgt voor andere vormen dan de basalt- en rotsblokken waarmee de stadsmuren en gebouwen van Zinthan zijn opgetrokken. Asthodar ligt aan de Nasno-zee die een enorme inham vormt in het noorden van het continent. De stad beschikt over de grootste handelsvloot op het continent en deze vloot krijgt zo nodig bescherming van de oorlogsschepen waarover de stadstaat beschikt. Het is qua aantal inwoners de grootste stad in West Anir, op afstand gevolgd door Sodente.

Dir, Diriam

Het oorspronkelijke broedervolk van het Lin-volk en destijds na hen in West-Anir het hoogst ontwikkeld en het meest welvarend. Hoewel de Keizers van Zîn altijd afgunstig zijn geweest op hun rijkdom en voorspoed hebben zij Dir nooit durven aanvallen, want dat land beschikt sinds mensenheugenis over de fameuze Ruiterij van de Tienduizend, een gespecialiseerde en zeer goed toegeruste legermacht die de reputatie heeft onverslaanbaar te zijn. Het betreft een oude benaming die ten tijde van Lyss de realiteit niet meer weerspiegelt: de Ruiterij van Dir bestaat dan uit meer dan dertigduizend manschappen en zij beschikt over effectieve ondersteuning in de vorm van een goed getrainde infanterie.

Ten tijde van Stadhouder Iospar in Toldamerin was Dir een monarchie, waar grootvorst Chelaï de scepter zwaaide. Vijftig generaties later, als Lyss de wijde wereld in trekt, is het een republiek, geleid door een parlement en een president als ceremonieel hoofd. Aan de reputatie van het leger is weinig veranderd: de Tienduizend gelden nog steeds als onoverwinnelijk.

De hoofdstad Diriam is fraai aangelegd en de meeste gebouwen hebben een crème witte kleur. Na de volkerenmoord in Lin en het verval van Toldamerin, mag het zich de mooiste stad in het westelijk deel van Anir noemen, en titel waar verder alleen Argamos om zou kunnen wedijveren.

Horm

Horm is een wingewest van de Zîn, de bevolking wordt onderdrukt en gestraften komen zonder uitzondering als slaven in de mijnen en factorijen terecht, waar de Bewakers (Zîn soldaten) hardhandig toezicht houden.

Kedroz

Het land Kedroz omvat de gehele westkant van West-Anir; qua omvang doet het niet onder voor het rijk van de Zîn en hun gebied bestrijkt een flink deel van de Lindran. Het land Kedroz staat ook bekend als het Land van de Bruine Horden: de inwoners hebben de reputatie woest van aard en wild gekleed te zijn; velen hebben lange en wilde haardossen.

Len

Dit is een staatje in het noordoostelijk deel van de Lindran met naar schatting 600.000 inwoners. Naast de gelijknamige hoofdstad is er een andere plaats van betekenis: Tolda. Vanwege haar ongeëvenaarde bouwwerken was het ooit de fraaiste stad in de hele Lindran, een tijd waarin de stad Toldamerin heette. Len en Tolda liggen in een grote open vlakte, de rest van het rijk (meer dan driekwart van het totale oppervlak) bestaat voornamelijk uit wouden en is dunbevolkt. De dorpen liggen vaak geïsoleerd, zowel ten opzichte van elkaar alsook ten opzichte van de twee steden. In het noorden ligt een steppegebied met Kande en Tindos als nederzettingen van enige omvang. In Len en Yarnim kent men geen metaal en ook geen baksteen. Men woont in hutten die met hout, stro en leem worden opgetrokken; gebouwen zijn meestal niet hoger dan één verdieping, maar in ieder dorp is wel één hut waar de hele gemeenschap kan samenkomen voor belangrijk overleg of feesten.

Bestaansmiddelen in en rond de steden zijn: handel (met Yarnim en een klein beetje met Horm), akkerbouw en veeteelt. In de oostelijke buitengewesten overheerst een jagers en verzamelaars cultuur en er is een pril begin van veehouderij bij de stammen op de noordelijke steppen. De overheidsinkomsten van Len bestaan uit accijnzen op de handel en de landbouw en veeteelt, maar alleen in de vlakte rond de steden. Belastinginners nemen nooit de moeite om naar de afgelegen gebieden te reizen: daar is immers niets te halen. Over de regeringsvorm van Len (en Yarnim) is niets bekend.

Lin (het vroegere Len)

Het Lin-volk bewoonde de noordelijke Lindran tot zo’n vijftig generaties voor Lyss’ geboorte. Het bereikte een hoge welvaart, hetgeen zich uitte op economisch, technisch, wetenschappelijk en cultureel gebied. Vooral het niveau in de bouwkunst, literatuur en muziek was overal op het continent ongeëvenaard, eventueel met uitzondering van de Dir (een volk dat nauw verwant was aan het Lin-volk). Bijna alle huidige volkeren in dit deel van de wouden stammen af van het Lin-volk. Dit volk ging ten onder als gevolg van de systematische moord op alle inwoners van het land door de Zîn, waarna alle belangrijke cultuurelementen werden vernield. Het ontbreken van enige militaire capaciteit bij de Lin had daaraan bijgedragen. De Zîn hadden geen direct belang bij het innemen van Lin, maar ze voelden zich waarschijnlijk bedreigd in hun eigen ontwikkeling door de snelle groei en de voorsprong in ontwikkeling van het welvarende Lin-volk.

In ruil voor de belofte het volk niet volledig uit te roeien, werden de leiders van Lin gedwongen mee te werken aan de systematische vernietiging van alles wat hun eeuwenlange ontplooiing had opgeleverd. De overlevering van verbale vermogens van ouders op hun kinderen kon door de Zîn niet onderdrukt worden. Om die reden hebben enkele van de huidige stammen in de Lindran een opvallende mondelinge taalvaardigheid (het schrift ging verloren): een voorbeeld is Kathy, het geboortedorp van Lyss, waar men breedsprakig heette te zijn. Denk aan de uitspraak van Brent: “een minderjarige babbelaar uit Kathy” als Lyss enige woorden tot hem heeft gesproken. De hoofdstad van het rijk van het Lin-volk was Toldamerin, hetgeen zoveel betekent als “Verheven Stad met Tuinen”. Het centrum van de stad bestond uit monumentale bouwwerken op een kunstmatig zwevend plateau van steen op pilaren, die mogelijk van beton waren.

Lindran

Dit is het grootste ononderbroken woudengebied ter wereld met een doorsnee van meer dan 8 maanden aan dagreizen, ofwel meer dan vijfduizend kilometer. De Lindran beslaan een derde van West Anir. Het klimaat is in het grootste gedeelte van dit gebied gematigd, maar in het zuidelijke Lluwin gaat dat langzaam over in een subtropisch landklimaat. Dat warme klimaat overheerst ten zuiden van de Lindran: in Soden en het zuiden van Dir. In het meest zuidelijk gelegen Seithe is het nog warmer: uitgestrekte woestijnen bepalen het landschap.

De verschillende volkeren in de Lindran hebben geen paarden; de reden daarvoor is duister, maar een waarschijnlijke verklaring is dat de Zîn er eeuwenlang voor gezorgd hebben dat in dit gebied geen paarden voorkomen, terwijl de Zîn zelf en de Kedrozi ten westen van de Lindran wel paarden berijden.

De Lindran herbergen vele verschillende volkeren. De noordelijke volken hebben dezelfde oorsprong, namelijk het volk Lin (zie aldaar), de volken in het westen en zuiden van het continent (Soden, Seithe en Kedroz) komen voort uit andere volkeren. Onder hen zijn alle varianten aan huidskleuren te vinden, van lichtbruin (Kedroz) tot heel donker (Seithe); de volken in de Lindran en Horm zijn overwegend blank. Alle dialecten in het Lindran-gebied, Horm, Zîn en Dir zijn onderling verwant, de ontwikkeling vanuit de oorspronkelijke taal heeft te kort geduurd om tot grote verschillen te leiden. In deze gebieden kan iedereen elkaar met enige moeite verstaan.

Salwen

De Salwen is de meest waterrijke rivier van West-Anir; zij ontspringt in de woestijn tussen Dir en Seithe en blijft lange tijd niet meer dan een beekje, dat vaak droog valt in de warme jaargetijden. Pas ter hoogte van Gworine en verder naar het noorden dragen de zijrivier Merun plus de vele bergbeekjes uit de Hoge Dit bij aan het volume van de Salwen die dan snel bevaarbaar wordt. De Delta van de Salwen is in Deel 1 voor Lyss nog een raadsel: wonen daar mensen, zo ja: waar leven ze van en hoe groot is het gebied?

Tindos en Kande

Deze twee nederzettingen zijn de enige woonplaatsen met meer dan een handvol inwoners in het noordelijke steppenland van Len. Tindos is het toevluchtsoord waar Lyss met de lynx Brent, na hun eenzame verblijf in de wouden bij Kathy, het geboortedorp van Lyss terecht komt. Het dorp heeft een vrouw als leidster, Macheri, moeder van Seli en Ran en levenspartner van Rinni. Tussen Seli en Lyss bloeit een innige liefde op. Samen met de verkenner Ferin en Havne bezoekt Lyss Kande, een dorp dat handel drijft met Horm, om meer over dat land te weten te komen.

Tolda

Oorspronkelijk was dit de hoofdstad van Lin, in die tijd was de naam Toldamerin (“Verheven Stad met Tuinen”). Op miraculeuze wijze ontsnapte het stadscentrum aan de grote verwoestingen door de Zîn waarmee de teloorgang van het Lin-volk werd ingeluid. De toenmalige, laatste stadsvorst van Toldamerin, Iospar geheten (zie Boek 1, Proloog), weigerde het bevel om de stad af te breken op te volgen. Hij werd door de legercommandant van de Zîn uit woede van de hoge regeringstoren geworpen. De Zîn hadden niet voldoende kennis en technische hulpmiddelen om de totale vernietiging van Toldamerin uit te voeren en na meerdere vruchteloze pogingen dropen de veroveraars af. De bevolking van Lin werd volledig uitgemoord. Vage legenden beweren dat sommigen konden ontsnappen, maar het is onduidelijk waar zij heen zijn gegaan. Naar verluidt hebben enkele duizenden Lin de delta van de Salwen weten te bereiken en zich daar gevestigd, maar ook dorpen in het oosten, zoals Kathy, Rinok en Gonnif kunnen hun ontstaan te danken hebben aan gevluchte inwoners van Toldamerin en andere delen van het land. Ten tijde van Lyss hadden de bewoners van Tolda geen besef van de oorsprong van hun stad. Ooit was de mythe in omloop gekomen dat deze stad door de Doi zelf was gebouwd. Voor het gigantische zwevende plateau uit steen waar het stadscentrum op gebouwd was, leek dit de enige logische verklaring, want mensen konden zo’n plateau niet bouwen.

Yarn

De Yarn is een lange rivier die van zuid naar noord door West-Anir stroomt; zij ontspringt in het heuvelland in het noorden van Soden en vanaf de grens tussen met Cirmo is de rivier bevaarbaar. In het noorden vormt zij de grens tussen de leefgebieden van de Lindran-volken en het Land van de Bruine Horden (Kedroz). De Yarn mondt uit in de baai van Horm.

Zîn, rijk van de Zîn, Zînthan

De Zîn zijn oorspronkelijk verwant aan de volken in de Lindran en de Dir die het gebied ten zuiden van hun rijk bevolken. De staatsvorm is een strakke dictatuur: de Keizer, vaak aangeduid als de Allerhoogste, heerst met absolute macht over zijn rijk. De regels voor de inwoners zijn streng en het strafsysteem is ronduit wreed: voor een gering vergrijp kan de dader al de doodstraf krijgen of zware martelingen moeten ondergaan De keizer beschikt over een sterk leger.

Wanneer het hen uitkomt, laten de Zîn hun militaire kracht tegenover derden blijken, met uitzondering van de Dir: zij beschikken sinds mensenheugenis over de onverslaanbare Ruiterij van de Tienduizend. De Zîn hebben hun geluk tegen die Ruiterij (en de rest van dat leger) nooit durven beproeven. Daarentegen treden ze zeer heerszuchtig op tegen de volken in de Lindran die zich minder goed kunnen verdedigen. Het verst gaat hun heerszucht in Horm, waar ze de baas zijn. Het gaat hen om het ijzererts en de steenkool die daar in grote hoeveelheden gedolven kunnen worden.

Zinthan is de hoofdstad van het rijk van de Zîn. Het heeft als voorbeeld gediend voor de bouw van de grote steden in Horm (zoals Sitorengol en Bolkar). Deze steden zijn gebouwd om een belegering van buitenaf te doorstaan: ze zijn massief en robuust van vorm en ogen daardoor lomp vergeleken bij Diriam of andere steden in het zuiden, zoals Sodente, Argamos, Singonar en Saï.