Veelgestelde Vragen
Wel 30 jaar!
Dat lag aan mezelf: ik heb gedurende vele jaren een drukke baan gehad, waar ik elke dag al mijn concentratie voor nodig had. Tijd en energie om te schrijven had ik eigenlijk alleen in de wintervakantie (in de zomer gingen we kamperen en laptops hadden destijds accu’s die het maar een uurtje volhielden): dat leverde per jaar hooguit één hoofdstuk op. Aan de eerste versie van het boek moest bovendien eindeloos lang en veel gesleuteld worden: de huidige tekst is een enorme verbetering, maar dat heeft wel wat hoofdbrekens gekost.
Niet in de wereld die wij kennen, maar wat opvalt is dat de namen van plaatsen en mensen in de Lindran zouden in Nederland of Duitsland kunnen voorkomen en die van de Zîn doen soms denken aan de Maya’s of Azteken. Het is een wereld die in mijn hoofd is ontstaan en dat is ook de reden waarom die zo veel op de onze lijkt.
Sinds het eind van de laatste herfst was hij de oudste in de Kinderhut en werd hij door de kleintjes met eerbied bejegend en door leeftijdgenoten zelfs een beetje afstandelijk. Begrijpelijk: hij was de volgende die de Kinderhut ging verruilen voor een plaats tussen de volwassenen.
De terugkeer na het vervullen van de opdracht en de opname onder de volwassenen werd uitbundig gevierd. De dorpelingen beschouwden die gebeurtenis als het gelukkigste moment uit een mensenleven. De geluiden die in dergelijke nachten tot de Kinderhut doordrongen, leken die stelling te bevestigen. Helemaal zeker wisten ze het niet, ze bleven die hele avond en nacht van het feest opgesloten. En als ze hun kameraad de volgende dag terugzagen, zei deze niets over dit alles: hij hoorde niet meer bij de kinderen en was niet langer hun kameraad.
Lange tijd bleef dit een belangrijk onderwerp van gesprek in de Kinderhut. De kinderen wisten niet waarom de jonge jager had moeten sterven. Volwassenen daar vragen over stellen, had geen nut: die zeiden nooit iets over het inwijdingsritueel en vragen werden afgewimpeld. En wie te lang bleef aandringen, zag die poging beloond met een aframmeling.
Korte tijd later was het dorp in rep en roer. Kinderen renden krijsend tussen de hutten, nagezeten en opgejaagd door gewapende ouderen. Langzaam maar zeker werden de kleintjes, velen met builen en schrammen, bijeengedreven voor de Kinderhut. Daar werd hen door Morko, één van de volwassenen leiders, met onheilspellende stem op het hart gedrukt de hele dag binnen te blijven en vooral geen contact te zoeken met de jongen die op dat moment door een drietal vrouwen uit hun midden werd weggevoerd.